top of page

PARADIJS - column Saskia van Loenen tijdens Amstellanddag


Saskia van Loenen droeg tijdens de opening van de Amstellanddag 2019 een mooie column over het Amstelland voor. Hieronder kan de gehele column rustig teruggelezen worden.

De groene long van Amsterdam, noemen jullie dit prachtige Amstelland. En terecht. Maar een mens heeft niet één long maar twee longen nodig, en daarom is het zo fijn dat er aan de noordkant van de stad óók al zo’n zalig groen walhalla ligt: Waterland. Laat dat nou net de plek zijn waar ikzelf woon.

We zijn dus rijk bedeeld en hebben veel gemeen, wij Waterlanders en jullie Amstellanders. Wat ik thuis heb, zie ik hier ook. Groene vergezichten alsof je een eeuw terug in de tijd bent, en overal dat gelukzalige geluid van grutto’s, scholeksters, kieviten en tureluurs boven je hoofd. Een paradijs, zoals de Torteltuin uit Pluk van de Petteflet. En een noodzaak ook, niet alleen voor dieren, vogels, bloemen, planten en insecten, maar ook voor mensen.

Want die bruisende hoofdstad vol cultuur en fijne horeca is leuk, maar van steen alleen wordt geen mens gelukkig.

Maar helaas, zoals mevrouw Helderder de Torteltuin wilde laten platwalsen en elk beestje of groen sprietje omlegde met een spuitbus dodelijk gif, zo zijn er ook nu nog steeds mensen die bij het woord groen niet aan natuur denken, maar aan bankbiljetten.

En dus blijft het zaak permanent alert te blijven. Gaan zitten slapen kan dodelijk zijn, zeker voor dit soort mooie gebieden, pal grenzend aan een stad die inmiddels uit haar voegen barst.

Bij mij in Waterland lezen we om de zoveel tijd tot onze schrik een of ander opiniestuk in Het Parool van telkens weer een andere enge, gladde, meestal iets te dikke man met goudkleurig montuur in zo’n fout pak die een balletje opwerpt om nou toch eindelijk eens op te houden met die belachelijk heilige uiterste noordgrens zijnde de Ring A10, als het gaat om wel of niet bouwen. Een klein stukje van die weilanden eraf, wat kan dat nou voor kwaad? Er ligt toch genoeg? Alleen iemand die nóóit geleerd heeft van natuur te houden kan zulke domheid uitkramen.

Vooralsnog reageert Amsterdam zoals je hoopt, en wordt vanuit de Stopera erkend hoe kostbaar en uniek dat groen van Waterland is, maar je weet dat deze vraag de komende decennia telkens opnieuw gesteld zal worden door projectontwikkelaars die kwijlend van begeerte die maagdelijke weilanden zien, waar je perfect tientallen kleine flutappartementen zou kunnen stapelen om die dan voor zeker 6 ton per stuk te verkopen.

Hetzelfde geldt voor Amstelland, die andere verrukkelijke groene lappendeken naast de grijs/rode hitte-eilanden van Amsterdam. Het gevaar blijft. Er hoeft maar één keer een gemeenteraad gekozen te worden die economische groei en harde cash voor de korte termijn belangrijker vindt dan natuur en welzijn tot in de eeuwigheid, en je zal zien dat reepje voor reepje van het gebied wordt afgesneden, net zolang tot het paradijsje is teruggedrongen tot een minuscuul lapje groen, waar vervolgens dan ook álle Amsterdammers op hun vrije zomerse zondag, puffend van die onmenselijke hitte in hun dagelijkse stenen hel, zich zullen verdringen. Een grutto is dan een vogel die je enkel nog kunt zien in de weidevogelkooi van Artis.

Daarom is het zo ontzettend fijn dat onze groene longen barsten van bewoners én boeren die oprecht een groen hart hebben. Die óók de grutto willen horen terwijl ze op het land bezig zijn, die pas maaien als de kuikens veilig zijn uitgevlogen, die zorgen voor bloemrijke bermen vol bijtjes en vlinders, die er niet aan moeten denken dat ze hun prachtige land opofferen alleen maar voor een extra gespekte bankrekening. Hier heb je bijvoorbeeld het Landje van Geijsel, het ultieme gruttoparadijs. Van alle plekken in ons land strijken duizenden grutto’s direct na aankomst uit Afrika uitgerekend híér neer. Boer Jan Geijsel laat elk jaar vrijwillig een deel van zijn land onder water lopen, puur uit liefde voor de grutto. ‘Die man is gek’, hoor ik bepaalde mannen al snuiven. Ik zeg: die Jan is geniaal. En als dank bezorgen de grutto’s, ‘Grutto! Grutto!’ juichend, hem elk jaar het record van de eerste én de meeste grutto’s van Nederland.

Weer andere boeren sloegen de handen ineen in een briljant plan, waardoor je nu in Amsterdam melk kan kopen die de weidevogels hier kan redden. Eén van hen, veehouder Wes Korrel, ontving anderhalve week geleden zelfs de Gouden Grutto, een onderscheiding van de Vogelbescherming. En zo zijn er nog zoveel meer helden hier.

De enge mannen in pak zouden verplicht moeten worden eens een dag met hen mee te lopen. Als ze überhaupt nog te redden zijn, die rare Trump-klonen. Gelukkig staat daar een volgende generatie tegenover die tot nu toe in elk geval hoop geeft op een groenere toekomst.

Zolang we waakzaam blijven én na blijven denken in het stemhokje blijft dit paradijs dan ook bestaan, daar ben ik van overtuigd. En kunnen de enge mannen tot hun dood kwijlend blijven dromen van hun miljoenenprojectjes op deze goddelijke veengronden.

En over goddelijk gesproken, tot slot: binnenkort mag deze geluksvogel een week bivakkeren in het huisje van Jan en Karina Wolkers op Amstelglorie, om te schrijven aan het boek De IJsvogel. Schrijven over een paradijselijke vogel in het paradijs dus.

Al heb ik er nu wel een probleem bij. Want sinds vandaag begin ik me toch ernstig af te vragen of ik daar op die heerlijk zedeloze plek wel tot enige serieuze productie kom, zoals de bedoeling is. Niet omdat wij daar ook bloot gaan rondlopen de hele dag of scènes uit Turks Fruit gaan naspelen, maar wel gezien de gigantische snoepwinkel die dit gebied voor een vogelaar natuurlijk is. Te mooi, te groen, te perfect, te veel vogels. Hoe kom ik daar ooit aan werken toe?

Maar goddank zijn die duizenden grutto’s in juli alweer terug in Afrika, dat scheelt. En mochten al die andere verleidingen ervoor zorgen dat ik meer door mijn verrekijker kijk dan naar mijn laptop, dan fiets ik gewoon even de stad in. Na een paar uur gekmakende drukte wil ik nog maar één ding: in volmaakte stilte schrijven over een mooie vogel. In het paradijs.


Nieuws uit het Amstelland

Stichting Beschermers Amstelland staat voor het behoud van Amstelland als een open en toegankelijk, vitaal agrarisch gebied met grote natuurwaarden waarin met respect voor landschap, natuur en cultuurhistorie kan worden geboerd en gerecreëerd.

 

Steun Beschermers Amstelland en word Beschermer.

Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Instagram
  • Twitter Basic Square
bottom of page